Over sommige onderwerpen in de Canon van Amsterdam verbaas ik me zeer. Venster 21 (van de 50) handelt
over 'buitenhuizen'. Omdat ik de gehele Canon ook in deze site wil benoemen schrijf ik hier een
stukje over de buitenhuizen in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw.
Maar ik betrek er de gevolgen van het hebben van een buitenhuis wel bij.
Zoals de rijken altijd hebben gedaan en zullen doen verlaten zij de grote stad zodra het ze uitkomt.
Paul de Leeuw doet dat, Gordon ook en zelfs André Hazes verkoos een stekkie in het bos of
aan het water boven het Amsterdamse.
Dit is van alle tijden en dat zal dus ook altijd wel zo blijven.
De Canon
De Canon van Amsterdam koppelt de geschiedenis aan gebouwen die we kunnen bezoeken. Dat maakt het
levendiger, mee eens. Maar er moet wel een bepaalde mate van historische waarde te zien zijn en
de koppeling moet ook daadwerkelijk gemaakt kunnen worden.
Ik toonde al aan dat op een aantal punten de Canon niet klopt, bijvoorbeeld omtrent het moment waarop
Amsterdam stadsrechten kreeg. Met betrekking tot de 'buitenhuizen' heb ik ook bedenkingen.
Reden om de stad te ontvluchten was de stank en ziektes die op de loer lagen. De riolering kwam uit
op de grachten maar er werd ook veel huisvuil op straat gegooid. Gevolg was ratten en bacteriën
die veel ziektes veroorzaakten.
De Canon schrijft zeer triviaal over her fenomeen buitenhuizen:
En zo hadden de welgestelde Amsterdammers zich in een ruime gordel om de stad heen van een
eigen paradijsje verzekerd. Soms verfraaid met een volière, vaak een oranjerie waarin ze
uitheemse struiken en planten kweekten, een enkele keer ook met iets buitenissigs als
een schelpengrot – maar in elk geval een theekoepel.
Daar ontvingen de welgestelde Amsterdammers bezoek, lieten zich een kopje thee schenken, en
genoten op kalme wijze van een zorgeloos bestaan.
Andere kant van de medaille
Doordat de gegoede burgerij de mogelijkheid had uit te wijken naar tweede optrekjes werd er ook niet
veel gedaan om de omstandigheden in de stad te verbeteren. Zo heersten er ziektes die direct het
gevolg waren van verontreiniging, zoals in 1809 een ernstige pokken epidemie, in 1833, 1866, 1871 en
1894 cholera en een zeer besmettelijke oogziekte door ammoniakgassen uit de grachten in 1880 en 1881.
Maar eerder al, rond 1624 sterft tien procent van de Amsterdamse bevolking aan de pest, in 1663 breekt
de pest opnieuw uit.
In 1831 was er een europese cholera epidemie die zijn weerga niet kende. Pas jaren later zou er een
link worden gelegd tussen verontreinigd water en cholera. Voor de pest was dat de aanwezigheid van
ratten in de buurt van verontreinigd water.
Je zou dus ook kunnen stellen dat de buitenhuizen het voorkomen van levensbedreigende ziektes in de
weg stond.
Het tastbare van dit venster is zondermeer te vinden als je een rondje maakt langs de Amstel, daar
zie je veel, haast kasteelachtige, huizen die dateren van de tijd dat de grachtengordel heel anders
gezien werd als hoe er nu tegenaan wordt gekeken.
Met name de pest (de zwarte dood) heeft aardig huisgehouden in Amsterdam. Op het terrein waar
ooit een pesthuis stond werd later het WG ziekenhuis gebouwd.
Een pesthuis was een huis waar lijders aan besmettelijke ziektes naar toe werden gebracht en
afgezonderd van anderen. Het pesthuis op het latere WG terrein heete ook wel het 'buitengasthuis' en
was een dependance van het binnengasthuis.
Ik heb een zeer interessant document gevonden met oude tekeningen van het voormalige pesthuis. Het is
ooit gepubliceerd door Elsevier, je kunt
het HIER downloaden.
Het enige dat dus voor opname van 'buitenhuizen' in de Canon van Amsterdam pleit boven 'de pest' is
dat alle tastbare herinneringen (op oude familiegraven na) aan de vreselijke ziektes uit vorige
eeuwen voorgoed verdwenen zijn.
Een van de theorieën over de Andreskruizen in het stadswapen van Amsterdam verhaalt over dat ze
staan voor de drie plagen die de stad hebben geteisterd: water, vuur en de pest. Eerlijk gezegd geloof
ik daar niets van (link.)
Buitenhuizen is venster 21 van de Canon van Amsterdam.
TERUG NAAR DE CANON OP MOKUMS
Palingsound is een vondst van Willem van Kooten (alias Joost den Draaijer), of de muziek nu 'glad' als
aal is en daarom palingsound heet of dat de muziek uit het palingdorp Volendam komt is mij niet geheel
duidelijk geworden.
Zeg je Volendam dan zeg je net zo makkelijk 'paling roken' als 'BZN'. De nieuwe lichting (Smit, 3j's,
Nick en Simon) worden er liever niet mee geassocieerd.
Geen Website?Voor kleine bedrijven in Amsterdam heb ik een totaalproduct, ik maak persoonlijk met u goede en eerlijke afspraken voor een succesvolle website.Wat En Waar?De JordaanMokumsMataglap - knettergekHeuler - meeprater Mansjen - geld ophalen Jeremiade - oeverloos gezeur Kaskenade - druk maken om niets, ophef >>> PLAT AMSTERDAMS <<< Wat blaadjesHappy Endingniet en wel wat je denkt Parkeerplaats Amsterdam niet echt eenvoudig Oudste huis van de stad is dat wel zo? Keizerskroon Rood, blauw of toch goud? De Lommerd snel geld lenen Nieuwsbrief schrijf je gratis in |