Ezechiël Jacobs
De beste man is halverwege twee eeuwen geleden geboren en al bijna honderd jaar dood, waarom dan toch een pagina? Allereerst, hij is een
Amsterdammer, en Amsterdammer 'was' je niet, dat BEN je voor altijd. En deze site gaat over Amsterdam en Amsterdammers.
Zij zag er hoe 'n moeder
Door 'n vuile onverlaat
Zo'n loeder
Haar kind schofferen laat
Hoe soms wellustelingen
Misbruiken 't vrouwenlijf
Haar dwingen
Tot 't laagste hoerbedrijf
Deze tekst is een deel van het lied 'Ballade Aan De Pijp' van Ezechiël Jacobs die tweemaal zijn naam veranderde, eerst naar
Eduard en later naar Edouard (Jacobs.)
Ezechiël werd op 2 april 1868 te Amsterdam in een muzikale familie geboren, zijn vader overleed amper vier jaar later. Zoals veel Joodse
families werkte ook Eduard in de diamantindustrie omdat hij met zijn muzikale talenten te weinig brood op de plank wist te brengen. Toch
wilde Eduard de artistieke kant op en verhuist naar Parijs waar hij als pianist in de befaamde nachtclub Moulin Rouge zijn geld weet te
verdienen.
Hij is amper 26 als hij terug naar Nederland komt, hij heeft zoveel indrukken opgedaan dat hij dit probeert te vertalen naar het Amsterdamse
in de hoop dat ook het Nederlandse publiek valt voor het intieme cabareteske repertoir waar de Fransen zo gek op zijn.
Dat neemt zijn tijd maar binnen een jaar nadat hij Parijs achter zich heeft gelaten lacht het geluk hem toe. Hij weet een programma samen te
stellen waar mensen naar komen kijken en luisteren en dus ook voor willen betalen. Hij treed op in 'Habs' dat gevestigd is in het
souterrain van de Quellijnstraat 64 in buurt YY, wat we nu de Pijp noemen.
Habbelebabs
Eduard brengt van achter zijn piano pikante en kritische liederen in Parijse sferen ten gehore in sociëteit Habbelebabs ('de Habs') wat
later ook bekend wordt als 'De Kuil'. Habbelebabs is overigens pas later een synoniem geworden voor 'vrouwelijk geslachtsdeel' omdat de
club in de hoerenbuurt van De Pijp stond.
Officieel heette de sociëteit Het Wapen van Habsburg wat dus verbasterd werd tot 'Habbelebabs' en 'Habs'. Zo zie je maar wat de
tijd doet met een uitdrukking, het wordt fraaier en fraaier. Omdat 'Habs' in een souterrain zat burgerde al gauw de bijnaam 'De Kuil' in.
Ode aan De Pijp (buurt YY)
In zijn nummer Ballade Aan De Pijp komt meermaals YY voor: Na 't went'len op heur baantje
Langs d'Amstel en het IJ
Het maantje
Verdween uit buurt YY
De buurt heette dus officieel YY maar in de volksmond werd dat al gauw De Pijp. In de tijd dat Eduard hier woonde was de buurt in opkomst want
De Pijp kreeg tussen 1870 en 1900 pas vorm. De Pijp was toen wat nu de Wallen zijn, een 'no go area' zoals we dat nu zouden noemen, een stadsdeel
waar de onderwereld de dienst uitmaakte. Dat er nu dus nog een hoerenbuurt in De Pijp is dateert uit deze periode.
Grote bron van inkomsten was de (kinder-) prostitutie, de nachtclubachtige sfeer die Eduard meebracht bij zij optredens sloeg
goed aan in deze buurt. Zijn liedjes gingen over alledaagse dingen die oh zo herkend werden door zijn publiek want die zaten er immers
midden in. Zijn werk was rauwer dan dat van zijn tijdgenoten waardoor hij landelijk nooit is doorgebroken. Veel van zijn werk werd door
anderen vertaalt uit het Frans waarbij 'vergeten' werd te vermelden wie het origineel had geschreven, Eduard pastte zich, zeg maar, aan aan de
moraal van de buurt waar hij woonde.
Aan het begin van de vorige eeuw waagde Eduard het een breder publiek op te zoeken, dat mislukte omdat de mensen die geld hadden voor zijn
voorstellingen zijn boodschap niet wilden horen en het grote publiek geen geld had om een kaartje te kopen. Dat zijn sociaal bewogen repertoire
de aandacht vestigde op misstanden tussen arm en rijk is een vaststaand feit.
Dat zag echter ook de overheid die niet gediend was van onruststokerij en enkele maatregelen doorvoerde waardoor hem het optreden steeds
moeilijker werd gemaakt. Hij nam daarop de wijk naar het buitenland maar dat werd ook al geen succes. Na wat omzwervingen wilde hij terug
naar De Pijp maar de buurt was veranderd, criminelen en hoeren hadden de wijk genomen naar het Wallengebied dus probeerde hij in
de Warmoesstraat (Cabaret de Sphinx) de oude draad op te pakken.
Toen dat niet aansloeg ging hij de wat softere kant op om toch zijn brood te kunnen verdienen. In kleine theaters en in bioscopen draaide hij tot
1912 zijn rondjes totdat hij naar Indonesië vetrok (dat heette toen nog Indië. Zijn gezondheid noopte hem ertoen terug naar
Amsterdam te keren waar hij nog wel wat optredens had maar in 1914, op 6 december, gaf hij de pijp aan Maarten.
Benaming De Pijp
Er worden wel eens verklaringen voor aangedragen, sommige straten zouden zo lang en smal zijn dat ze op een pijp lijken maar ik
geloof daar weinig van. Ook 'pijpenla' zou ermee te maken kunnen hebben maar ook daarvoor heb ik geen directe aanwijzingen gevonden.
Een pijpenla is overigens een la waarin pijpen werden opgeborgen, hoe simpel. Later werd daarbij verzonnen dat het ook een lang of diep
vertrek kon zijn. Die benaming ken ik echter ook van huizen elders in de stad, zie niet goed wat dat specifiek met de Pijp te maken heeft.
Dat de vorm van regenpijpen ermee te maken heeft geloof ik ook niet want die regenpijpen waren door de gehele stad te zien.
De Albert Cuypstraat heette tot 1891 de Zaagmolensloot, een lang smal water, ook daar wordt nog wel eens naar verwezen als waar de bijnaam
voor buurt YY vandaan kwam.
Ook zou de naam kunnen komen van de hoge schoorsteenpijpen van of bierbrouwerij De Hooiberg van de Firma Heineken, of van de
waskaarsenfabriek, gelegen aan de Boerenwetering.
Jopie houdt het simpel, in de volksmond worden doorgaans zonder aanleiding de mooiste benamingen geboren.
De pijp uit gaan
Om maar geljk compleet te zijn, dit heeft niets met dit stadsdeel te maken. Er zou een verband zijn met vangnetten voor eenden die op
pijpen leken, de eenden kropen daarin en stierven uiteindelijk maar kwamen niet weg zodat de jagers ze eruit konden halen.
Niels (?) schreef nog op het web: "Leuk is trouwens dat het Engelse woord 'decoy' van het Nederlandse 'eendekooi' is afgeleid.
Alleen dachten die Engelsen dat 'een' het lidwoord was en dat we het dus over 'een dekooi' hadden, dus zij hebben hun eendenkooi
een 'dekooi' (decoy) genoemd.
Wat hier van waar is heb ik geen idee van, een mooi verhaal is het zeker.
Bekende Nederlanders
Dat André Hazes uit De Pijp komt is genoegzaam bekend maar volgens Wikipedia hebben ook Piet Mondriaan, Simon Vinkenoog, Carel
Willink, Steve Brown, Carice van Houten, Halina Reijn en Gerard Reve hier gewoond.
Liefde alleen
Het lied 'Liefde alleen' is het enige nummer dat velen bijbleef. Pas na vijftig jaar werd dit weer opgepikt door een nieuwe lichting die
brood zag in de cabaretvorm van Eduard Jacobs. Je kunt stellen dat Jacobs aan de wieg heeft gestaan van het hedendaagse satirische cabaret
want hij was de enige die een kritisch geluid durfde te laten horen. Dat kwam voornamelijk door zijn ervaringen op Montmartre in Parijs
die hij kopieerde naar de schimmige buurt YY, de nu inmens populaire buurt De Pijp.
Willy en Willeke zingen Eduard Jacobs
Op 17 november 1969 bracht Willy Alberti en zijn dochter Willeke het bekendste nummer van Eduard uit op de B-kant van hun single
'Een reisje langs de Rijn'. Later is het lied ook vertolkt door Jenny Arean, Robert Long en een aantal cabaretgroepen.
Het lied 'Liefde alleen' is het enige nummer dat velen bijbleef. Pas na vijftig jaar werd dit weer opgepikt door een nieuwe lichting die
brood zag in de cabaretvorm van Eduard Jacobs.
Je kunt stellen dat Jacobs aan de wieg heeft gestaan van het hedendaagse satirische cabaret
want hij was de enige die een kritisch geluid durfde te laten horen. Dat kwam voornamelijk door zijn ervaringen op Montmartre in Parijs
die hij kopieerde naar de schimmige buurt YY, de nu inmens populaire buurt De Pijp.